M’n lijf schreeuwde het uit. Ik voelde pijn, in m’n rug, hoofd, benen. Ik kon een arm amper gebruiken zonder constant pijn van verkrampte spieren te hebben, een been hield m’n eigen gewicht nauwelijks. Daar boven zweefde de alomvattende vermoeidheid. De reden waarom mijn oogleden het grootste deel van de dag als schuurpapier aanvoelden.
Terwijl ik dit typ voel ik mijn hart en hoofd allebei iets anders roepen.
“Goedzo! Zet op papier hoe het voelde, schrijf het van je af, hier heeft misschien een ander iets aan!”
“Stel je eens niet zo aan. Iedereen heeft pijn. Iedereen is moe. Jij hebt het echt niet erger dan de volgende.”